Levensverzekering & Individueel Intern fonds

Levensverzekering & Individueel Intern fonds

Wat is een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ ?

Een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ is een verzekeringscontract waarbij de verzekeraar er zich tegen betaling van een premie toe verbindt om een in de overeenkomst bepaalde prestatie te leveren indien er zich een onzekere gebeurtenis voordoet waarbij, naar gelang het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat die zich niet voordoet. Bij een levensverzekering hangt het zich voordoen van een onzekere gebeurtenis af van de menselijke levensduur, zijnde het overlijden van de verzekerde of het (al dan niet) bereiken van een bepaalde leeftijd.

Een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ behoort tot de categorie van de zg. ‘Tak 23’ levensverzekeringen. Dit type van levensverzekering is verbonden aan één of meer beleggingsfondsen die geen gegarandeerd rendement aanbieden, noch verbintenissen aangaan die voor wat betreft hun duur, hun bedrag of hun rendementsvoet bepaald zijn, en dit ongeacht de duurtijd van het contract.

Het ‘individueel intern fonds’ is een ‘geïndividualiseerd’ beleggingsfonds dat op discretionaire wijze beheerd wordt door een beheerder en dat aangewend wordt voor één verzekeringscontract, en dit in tegenstelling tot klassieke beleggingsfondsen die worden aangewend voor meerdere verzekeringscontracten en verscheidene beleggers.

Is een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ mogelijk in België ?

De levensverzekering ‘individueel intern fonds’ wordt reeds sedert jaren gecommercialiseerd op bepaalde buitenlandse markten, waaronder Luxemburg. Als gevolg van bepaalde onzekerheden omtrent dit type van product, zijn de Belgische actoren echter lange tijd terughoudend geweest om op te treden als bewaarbank of beheerder van de individueel interne fondsen. Zo rees immers de vraag of de Belgische belastingadministratie dergelijke contracten, gelet op de specifieke kenmerken, zou beschouwen als echte levensverzekeringen en of dergelijke contracten eventueel als een fiscaal misbruik zouden kunnen aangemerkt worden.

Een Belgisch bijkantoor van een Luxemburgse levensverzekeraar verkreeg hierover op 2 februari 2016 een “ruling” (voorafgaande beslissing 2015.724) van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (hierna : ‘DVB’) die bevestigde dergelijke contracten ‘individueel intern fonds’ Tak 23 levensverzekeringen zijn en dat deze contracten geen fiscaal misbruik uitmaken indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Hieronder komen wij verder terug op deze voorwaarden.

Wie creëert het ‘individueel intern fonds’ ?

Het ‘individueel intern fonds’ wordt gecreëerd door de verzekeraar en dit voor een specifieke verzekeringnemer. De aan dit fonds belegde activa zijn volledig toegewezen aan deze verzekeringnemer.

Wat kan de verzekeringnemer kiezen?

Op basis van de antwoorden die de verzekeringnemer geeft op een hiertoe voorziene vragenlijst die door de verzekeraar wordt opgesteld, zal het beleggingsprofiel en de beleggingsstrategie van de verzekeringnemer worden bepaald. De keuze van de specifiek onderliggende activa die tot het individueel intern fonds behoren, komt evenwel enkel toe aan de beheerder die belast is met het discretionaire beheer van het fonds.

Volgens de DVB kan de verzekeringnemer, indien hij zijn beleggingsstrategie wenst te wijzigen, zijn beleggingsprofiel herzien met de verzekeraar die de vermogensbeheerder hiervan op de hoogte zal brengen.

De verzekeringnemer heeft de mogelijkheid om een beheerder voor het ‘individueel intern fonds’ voor te stellen, die een bank, een vermogensbeheerder of een andere erkende beheerder kan zijn. Het is evenwel de verzekeraar die beslist over de aanstelling van de beheerder en die het beheermandaat verschaft aan de beheerder, en dit in lijn met het beleggingsprofiel en de beleggingsstrategie van de verzekeringnemer.

De verzekeringnemer kan eveneens een bewaarbank voorstellen, maar het is opnieuw de verzekeraar die uiteindelijk de bewaarbank zal aanduiden waarbij de activa van het ‘individueel intern fonds’ zullen ondergebracht worden. Het is dus tevens de verzekeraar die de depotovereenkomst afsluit met de bewaarbank.

Het spreekt voor zich dat de verzekeraar, in de mate van het mogelijke, rekening zal houden met de door de verzekeringnemer voorgestelde beheerder en bewaarbank, maar de verzekeraar zal steeds de voorstellen kunnen weigeren en dit om diverse redenen, zoals de slechte reputatie van de voorgestelde beheerder of bewaarbank of de onvoldoende dekking van de beroepsverzekering van de voorgestelde beheerder of bewaarbank.

Kan de verzekeringnemer tussenbeide komen in het beheer van het ‘individueel intern fonds’?

Neen, de verzekeringnemer kan niet tussenbeide komen in het beheer van het ‘individueel intern fonds’. Zo kan de verzekeringnemer bijvoorbeeld niet kiezen in welke activa het fonds dient te beleggen. Het is de beheerder die de onderliggende activa op discretionaire wijze beheert, en dit met naleving van de beleggingsregels die eigen zijn aan levensverzekeringen. De verzekeringnemer heeft inderdaad geen enkel recht om aankoop- of verkoopinstructies te geven aan de beheerder. De verzekeringnemer mag daarentegen in zijn beleggingsstrategie bepaalde investeringen uitsluiten die, bijvoorbeeld, gelieerd zouden zijn aan de wapenhandel of nucleaire industrie.

Er dient hierbij opgemerkt te worden dat de verzekeringnemer geen enkele contractuele relatie heeft met de financieel beheerder of met de bewaarbank. Ter zake heeft de verzekeringnemer geen eigendomsrecht op het ‘individueel intern fonds’ , noch op de specifieke onderliggende activa dewelke de exclusieve eigendom zijn van de verzekeraar.

Kan de beheerder beleggen in niet-liquide activa?

Overeenkomstig het Europees recht worden de regels inzake de onderliggende activa in principe bepaald door de Lidstaat waar de verzekeringsonderneming is gevestigd.

Niettegenstaande deze regel, komt het evenwel voor dat de Lidstaten waarin levensverzekeringen verdeeld worden of waarin de verzekeringnemer is gevestigd, tevens bepaalde bijzondere regels toepassen die in deze Lidstaten geacht worden van algemeen belang te zijn.

Wat België betreft, dient opgemerkt te worden indien de levensverzekering door een consument wordt onderschreven, de beheerder van het ‘individueel intern fonds’ niet mag beleggen in niet-conventionele activa, zoals kunstwerken of andere activa dewelke niet als « ‘mainstream’ worden beschouwd.

Een ‘consument’ is elke cliënt die niet aanzien wordt als een ‘professioneel’. Indien de client als ‘professioneel’ wordt aangemerkt, zijn deze beperkingen niet van toepassing.

Worden de premies geplaatst en behouden bij de verzekeraar ?

Neen, de door de verzekeringnemer betaalde premie - in beginsel een eenmalige premie – wordt gestort op een rekening dewelke door de verzekeraar geopend wordt bij de bewaarbank. De premie wordt dus geplaatst en behouden bij de bewaarbank. Vervolgens dient de door de verzekeraar aangestelde beheerder de gestorte premie op naam en voor rekening van de verzekeraar te beleggen en dit overeenkomstig het beleggingsprofiel en de beleggingsstrategie van de verzekeringnemer.

Moeten de activa in België geplaatst worden?

Neen, de activa moeten niet noodzakelijk in België geplaatst worden. De Europese Richtlijn Solvabiliteit II voorziet immers in de vrijheid om de activa te plaatsen.

Wie beheert het ‘individueel intern fonds’ ?

Het ’individueel intern fonds’ wordt beheerd door een onafhankelijke financieel beheerder die wordt aangesteld door de verzekeraar en dit op voorstel van de verzekeringnemer. Het beheer dient plaats te vinden met nalevinge van het beleggingsprofiel, de beleggingsstrategie en de beheersregels van het fonds zoals de verzekeraar de beheerder heeft opgelegd bij diens aanstelling.

De beheerder is dus gehouden om de premie te beleggen in financiële producten die overeenkomen met het beleggingsprofiel van de verzekeringnemer, en dit overeenkomstig de beleggingsregels ter zake.

Wat is het fiscaal regime van een levensverzekering ‘individueel intern fonds’?

Zoals bij alle Tak 23 levensverzekeringen zal de door de verzekeringnemer betaalde premie in het kader van een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ onderworpen worden aan een eenmalige verzekeringstaks van 2% wanneer het contract wordt onderschreven door een natuurlijk persoon en 4,4% wanneer het contract wordt onderschreven door een rechtspersoon.

De inkomsten die afkomstig zijn van de kapitalen uitgekeerd aan de begunstigde(n) in geval van overlijden van de laatst overlevende verzekerde of aan de verzekeringnemer(s) in geval van een gehele of gedeeltelijke afkoop worden niet als belastbare roerende inkomsten aangemerkt. Deze inkomsten worden bijgevolg niet onderworpen aan de roerende voorheffing van 30%, noch aan de taks op de beursverrichtingen.

Daarenboven zullen de onderliggende activa van het fonds niet onderworpen worden aan de te verwachten nieuwe ‘abonnementstaks’ van 0,15% op effectenrekeningen.

Ter herinnering, de DVB bevestigde dat de onderschrijving van een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ niet als fiscaal misbruik wordt aangemerkt.

Dient de premie in speciën of in natura betaald worden ? Quid bij de liquidatie van het ‘individueel intern fonds’ op het einde van het contract door de verzekeraar?

In de voorafgaande beslissing 2015.741 van 2 februari 2016 is de DVB van oordeel dat enkel de premiebetaling in speciën toelaatbaar is. In een andere voorafgaande beslissing 2015.724 van 2 februari 2016 worden enkel de premiebetalingen in speciën aan het oordeel van de DVB onderworpen en doet de DVB derhalve geen specifieke uitspraak over premiebetalingen in natura. Indien een verzekeringnemer toch een premiebetaling in natura zou wensen te verrichten, dan lijkt een specifieke “geval-per-geval” analyse aangewezen om zo het risico uit te sluiten van een gebeurlijke toepassing van de antimisbruikbepaling. Ter zake zou desgevallend een nieuwe voorafgaande beslissing kunnen aangevraagd worden.

De liquidatie geschiedt in beginsel steeds in speciën, tenzij niet-liquide activa aanwezig zijn, die desgevallend in natura kunnen uitbetaald worden indien de verzekeraar dit zou beslissen. Dat zou in het bijzonder het geval kunnen zijn ingeval van een langdurige schorsing van de notering van een effect of ingeval sluiting van de markten. Zo ook zou de verzekeraar zich het recht kunnen voorbehouden om een uitbetaling in natura te verrichten via een rechtstreekse overdracht van activa wanneer deze niet voldoende liquide zijn zoals bij bepaalde investeringen in private equity.

De verzekeringnemer kan, wat hem betreft, in geen enkel geval vragen om een terugbetaling in natura.

Kan een successieplanning met een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ ?

Ja, levensverzekeringen ‘individueel intern fonds’ kunnen het voorwerp uitmaken van een successieplanning, en dit net zoals bij alle andere Tak 23 levensverzekeringen. Als levensverzekering bestaat er uiteraard de mogelijkheid om op herroepelijke of onherroepelijke wijze begunstigden aan te duiden van de levensverzekering, die de wettelijke erfgenamen kunnen zijn of andere personen dan de wettelijke erfgenamen. Indien de begunstigden andere personen zijn dan de wettelijke erfgenamen, dan dient evenwel rekening gehouden te worden met de beperkingen inzake het beschikbaar deel.

Daarnaast kan een levensverzekering om niet of ten bezwarende titel overgedragen worden. Indien het contract om niet wordt overgedragen, dan dient tevens met de toepasselijke regionale wetgeving rekening gehouden te worden, teneinde de successierechten te temperen. In dit kader dient opgemerkt dat het Vlaams Gewest er een meer stringente positie op nahoudt dan het Brussels of Waals Gewest en dit voor wat betreft de voorwaarden waaraan een dergelijke overdracht dient te voldoen en dit om te vermijden dat de verrichting wordt onderworpen aan de toepasselijke regels inzake anti-misbruik.

Andere mogelijkheden kunnen tevens overwogen worden, zoals bijvoorbeeld de onderschrijving door of de inbreng in een burgerlijke maatschap, gevolgd door een schenking van de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap.

De verscheidene mogelijkheden dienen steeds onderzocht te worden, en dit in functie van de specifieke situatie van de verzekeringnemer(s) waarbij rekening gehouden wordt met de toepasselijke regionale wetgeving en met de meest aangepaste structuur voor elk specifiek geval.

Kan de verzekeringnemer afkopen verrichten of bijkomende stortingen verrichten?

Ja, de verzekeringnemer kan, op elk ogenblik bijkomende premies storten en dit volgens de modaliteiten zoals voorzien in het contract. Dergelijke bijkomende stortingen worden veelal onderworpen aan bepaalde minima bedragen.

De verzekeringnemer kan eveneens, op elk moment, overgaan tot een gedeeltelijke of gehele afkoop van zijn levensverzekering. Het contract voorziet veelal dat de afkoop niet tot gevolg kan hebben dat de waarde van het fonds zakt tot beneden een bepaalde drempel, in welk geval een gedeeltelijke afkoop met een gehele afkoop zal worden gelijkgesteld.

De levensverzekeringen ‘individueel intern fonds’ zijn in beginsel contracten van onbepaalde duur en voorzien in beginsel in hogere uitstapkosten gedurende de eerste periode van 5 à 8 jaar.

Wat zijn de voor- of nadelen van een levensverzekering ‘individueel intern fonds’?

In tegenstelling tot een klassiek beleggingsproduct (aandeel, obligatie, BEVEK, etc.) is de onderschrijving van een levensverzekering een langetermijnbelegging. Dit geldt evenzeer voor een levensverzekering ‘individueel intern fonds’. Nochtans kan de verzekeringnemer op elk ogenblik overgaan tot een gedeeltelijke of gehele afkoop, zodat deze investering die a priori een langetermijnbelegging is, kan worden teruggedraaid indien dit nodig mocht zijn.

Het feit dat dit type van levensverzekering een langetermijnbelegging is, maakt zijn fiscaal regime interessanter. Inderdaad, ondanks de eenmalige 2% verzekeringstaks voor natuurlijke personen, is deze belegging fiscaal vrijgesteld en dit gedurende de gehele duurtijd van het contract. Hoe langer de verzekeringnemer zijn verzekering behoudt, hoe groter het fiscale voordeel zal worden, en dit in vergelijking met een belegging in andere financiële producten dewelke in beginsel aan een roerende voorheffing van 30% onderworpen zijn (op interesten en dividenden), een eventuele taks op de beursverrichtingen, en desgevallend, aan de te verwachten nieuwe ‘abonnementstaks’ van 0,15% op effectenrekeningen.

Het ‘op maat’ karakter van de levensverzekering ‘individueel intern fonds’ biedt tevens enkele voordelen. Het discretionair beheer van het ‘individueel intern fonds’ vindt plaats rekening houdende met het beleggingsprofiel, de beleggingsstrategie, de beheersregels van het fonds en het ‘type activa’ waarin de beheerder zal kunnen investeren.

De onderschrijving van een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ laat toe om het in de levensverzekering belegde vermogen over te dragen, al dan niet op herroepelijke wijze, en dit tot op het ogenblik van overlijden van de verzekerde(n). Zo ook is een op maat gemaakte successieplanning mogelijk bij een dergelijke verzekering.

Daarenboven beschermt deze verzekering de verzekeringnemer, aangezien er een scheiding bestaat tussen de onderliggende activa van het individueel intern fonds, die bij een bewaarbank gedeponeerd zijn en de activa van de verzekeraar zelf, en tussen de in het individueel intern fonds belegde activa bij de bewaarbank en de activa van de bewaarbank zelf. Dankzij die twee scheidingen kan de verzekeringnemer zich beschermen tegen een eventueel failliet van zijn verzekeraar of van de bewaarbank.

De afwezigheid van gegarandeerd rendement kan desgevallend ingedekt worden via een bijkomende overlijdensdekking, die van toepassing zal zijn indien de markten zouden corrigeren, en dit om het behoud van het kapitaal boven een vooraf bepaald niveau te beschermen. Een dergelijke dekking heeft evenwel een bijkomende kost.

Ten slotte kan dan ook gesteld worden dat een levensverzekering ‘individueel intern fonds’ een nieuw type Tak 23 is dat past bij een meer persoonlijke op maat gemaakte aanpak voor een gesofisticeerd cliënteel. Het product sluit aan bij de vraag van cliënten om hun activa op lange termijn en op gedefiscaliseerde wijze te beleggen in een op maat gemaakt fonds, waarbij de risico’s van een failliet van de verzekeraar of de bewaarbank worden ingedekt, en waarbij tevens de mogelijkheid bestaat om hun vermogen over te dragen en/of om eventueel de erfenisrechten fiscaal te optimaliseren. De taks op de initieel geïnvesteerde premie blijft op dit moment evenwel 2%, maar deze langetermijnbelegging zal desgevallend een grotere fiscale besparing kunnen opleveren.